top of page
Foto van schrijverMarcel Wulff

Ik wil niets meer voelen.


Daar zit hij dan, het zweet loopt van zijn vette haar over zijn hoofd. Zijn shirt is drijfnat van het zweet en plakt aan zijn lijf. Het is lang geleden dat hij zich zo gevoeld heeft. Zo gebroken, zonder nog enige wil om verder te bestaan op deze aarde. Hij houdt zijn handen voor zich en legt zijn hoofd erin. Hij heeft het gevoel om het uit te schreeuwen, te janken als een klein kind. De muren kapot te slaan met zijn handen. Machteloos zit hij op zijn bank, niet wetende hoe om te gaan met al die emoties. De oplossing die hij altijd had, kan niet meer, mag niet meer!

Zijn lichaam trilt van top tot teen, hij heeft er geen controle meer over. Een gevoel dat hij altijd had na het drinken en er niets meer voor handen was. Een lichaam dat vraagt om drank, nou vraagt, schreeuwt het uit! Al 2 jaar heeft hij zich weten te wapenen. Maar zoals nu het door zijn lichaam gaat, is ongekend. De moeheid slaat ook toe, normaal heeft hij een ruis in zijn oren. Maar nu zitten die zwerm vogels er weer in. Rust, ik wil rust! gaat er maar door zijn hoofd heen.

De craving neemt langzamerhand de overhand in zijn lichaam. Zijn hoofd is een stormvloed van gedachtes. Machteloos is de grootste gedachte die rond gaat op dit moment. Een gevoel die hij ervaart, omdat hij zich onbegrepen voelt. Hij is complex en dat weet hij ook. Hij steekt niet onder stoelen en banken hoe moeilijk hij is. Geeft ook toe dat er behoorlijk wat mis is in zijn bovenkamer, iets waar hij niets aan kan doen. Dan komen de gesprekken naar boven. En wordt hij nog weemoediger. Maar omdat hij het niet allemaal goed meer weet, leest hij het voor de zoveelste keer ze weer door. De tranen tikken tegen zijn ogen, maar komen er niet uit. Trillende handen houden de telefoon vast. Ja, ik ben een klootzak, denkt hij weer hoofdschuddend en de zweetdruppels vliegen in het rond. Mag en kan ik dan niets meer zeggen denkt hij er achteraan.

Een zielig hoopje mens zit er op de bank. Hij doet veel zichzelf aan, maar kan zo diep geraakt worden door een paar woorden. De gedachtes worden weer een storm, een onnavolgbare storm. En dan naast dat trillende bezwete lichaam vol craving, komt er een woord uit die storm. Trek! Een woordje wat zo gevaarlijk is voor hem. Een woord die hij niet wilt horen in zijn gedachten. En in deze emotionele achtbaan, totaal niet goed voor hem is. Hij probeert van de gedachte af te komen door te gaan lopen. De muziek keihard te zetten, zodat hij die zwerm vogels niet meer hoort. Maar hij raakt alleen nog natter van de zweet en door het trillen lukt het lopen niet goed.

De gedachtes worden weer volgbaar als hij even rustig zit. Hij blijft zich afvragen, doe ik nu echt alles fout, zeg ik alles fout? Waarom, waarom, maar antwoorden krijgt hij niet en zal hij ook nooit krijgen. De vraag of hij echt zo klootzak is, zal alleen met ja beantwoord worden, elke keer weer. Hij wilt niet, maar door de kronkels van zijn gedachtes, komt de trek ook opzetten. De craving neemt nu naast zijn lichaam, ook zijn gedachtes over. Het begint klein met het woordje trek. En worden zinnen, ik wil niets meer voelen. Ik wil weg van de werkelijkheid. Ik ga halen, nee. ik haal niet. Maar die gevoelens, ik wil ze niet. Ik wil rust, ik wil niet meer denken. Het neemt de overhand en uiteindelijk is drank en trek, het belangrijkste wat er in de gedachtes rond gaan.

Trillende vingers openen de portemonnee, telt het geld uit. Meer dan genoeg om te halen. Maar ik wil niet, nee, ik ga niet, ik ben al zolang nuchter. Hij vecht terug tegen de drang. Steeds harder schreeuwt hij nee in zijn hoofd. En het lijkt of hij wint. Maar hij blijft trillen en loopt weer rond. Pakt zijn jas en hangt hem weer op en pakt hem weer. Zo gaat het even door. Dan trekt hij zijn jas aan en loopt naar buiten. In zijn gedachte komt naar boven, ik ben toch voor niemand belangrijk. En nu woest loopt hij door omdat hij zich zo voelt. Eenzaam, alleen, onbegrepen, een klootzak alle gevoelens en emoties lopen door zijn gedachte en lijf. Hij knijpt zo hard zijn handen samen dat de nagels erin zitten. Bloed sijpelt tussen zijn vingers. De pijn voelt hij niet, door jaren met pijn te lopen, is hij veel gewend. Maar die mentale pijn daar kan hij niet mee omgaan.

Daar loopt hij dus, naar het plein toe. Hij voelt zich bekeken door de mensen op het plein. En nu pas valt hem op dat hij bloed. Gelukkig door de corona kan hij voor de deur doekjes pakken. Hij maakt zijn handen droog en staat nu voor die deur. Hij staart voor zich uit en kijkt de dranken winkel in. De gedachte alleen maar op de drank gericht. Daarnaast een lichaam die schreeuwt om drank. Hij voelt dat de mensen hem blijven aankijken. En dat is niet zo raar hoe hij er zo bezweet en trillend bij staat. Vanuit zijn verleden weet hij dat de drank hem niet geweigerd word. Weer kijkt hij naar de dranken winkel en dan links naar de supermarkt. Mensen vragen of hij opzij wilt gaan en hij loopt naar achter. Zijn blik blijft op de drank gericht. Ik wil niet meer voelen, ik wil niet meer denken. Ik wil rust, alleen nog maar rust. Maar ook de tegenstrijdige woorden die roepen, doe nou niet, haal niet. Een tweestrijd woedt in hem. Een keiharde oorlog, Van gevoelens, gedachtes en emoties. De berichten komen weer voor zijn ogen en zijn gevoel van mislukkeling wint ook terrein. Hij loopt naar voren de deuren gaan open. Hij kijkt naar voren en dan naar links de supermarkt in. Nog steeds strijd hij tegen al de craving. Maar uiteindelijk loopt hij toch naar de drank. Hij kijkt rond, als ik het toch doe, dan maar goed. Hij neemt een fles whiskey, Black Label. De dame van de kassa kijkt hem aan, ze wilt wat zeggen, maar durft het niet zo goed. Ze kijkt nog en keer, maar nee, ze rekent gewoon de fles af.

Nu hij zijn drank heeft denk je dat er meer rust in zijn lijf is. Maar nee, totaal niet! Met een stevige pas loopt hij naar huis. Nog steeds met die gigantische oorlog van ja en nee. Het is nog niet zover dat de trek wint. Thuis aangekomen trekt hij zijn jas uit, gooit hem op de grond. Pakt een glas en schenkt deze half vol. Loopt naar de bank en zet de glas op tafel. En nu pas, begint de allergrootste strijd. Verlekkerd kijkt hij naar het glas en hoopt dat hij wint. Hij hoopt dat hij de craving in zijn lichaam en gedachtes kan verslaan. Hij hoopt op zijn ma, zijn ma die al jaren zijn beschermengel is. Die hem ooit geholpen heeft om af te kicken. Maar na bijna een uur staren, steekt hij zijn arm uit en pakt het glas. De eenzaamheid en alleen zijn heeft hem opgebroken. Het gevoel dat hij een mislukkeling is en een klootzak, gaat niet weg. Samen met, ik ben voor niemand meer belangrijk, is de strijd gestreden. Vandaag na iets meer dan 2 jaar heeft hij verloren. Een strijd die al verloren was, toen hij de laatste berichtjes las. Hij wist toen nog niet dat het begonnen was. Maar nu met die slok verliest hij alle redelijke en normale gedachtes. Langzaam brand de whiskey de laatste rationele gedachtes weg en 1 zin blijft;

IK WIL NIETS MEER VOELEN.

~A.M.Wulff

56 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Verslagen

Comments


bottom of page